zondag 24 juli 2022

Het levende MAY BE

Spirituele Veiligheidsdienst presenteert:
Het levende MAY BE    

Maybe = misschien?
Of “what may be”: “wat moge zijn”!
Je voelt nu al het verschil. Het nl-woord “wellicht” komt dichter in de buurt van het levende ‘wat moge zijn’.

“Misschien” klinkt nogal vrijblijvend, zo van ‘we zien wel’.
Het verschil met het het levende “wat moge zijn”/“what may be” is dat het laatste een veel meer actieve instelling vereist.

Voorheen zat ik vakertjes vast in geforceerde keuzestress of voortijdige beantwoording:
ja OF nee, om vantevoren al te willen bepalen of ik wel of geen actie zou ondernemen.
Dan zat ik dus vast in premature oordeelbepaling.
En dan dreig je ook tijdens actie teveel bezig te zijn met beoordeling, een mentale fop-op.
Dat werkt storend op de interactie zelf  en het is ook maar de vraag volgens welke normen dit gebeurt...

In de praktijk leidde dit tot destructieve passiviteit (@prematuur NEE)  afgewisseld met uitsloverij (@prematuur JA).
Met als gevolg het frustreren van passende ontvankelukheid en gezonder uitreiken.

AANVAARDING van het levende may be, inclusief gezonde twijfel, is/lijkt moeilijker dan een ‘zeker’ antwoord.
Ik wil aangeven dat deze zogenaamde zekerheid geforceerd kan zijn.
En onwaar: omdat het leven per definitie veranderlijk is, nooit staat iets helemaal vast, want dan roest het vast, verroest het.
Niet zelden vind dan een soort constante omflipping plaats tussen ja en nee.
Dan word je (en betrokken anderen) slachtoffer van wispelturigheid.

Deze wipselturigheid zit meestal gekoppeld aan te positieve of negatieve fixatie.
Te positieve fixatie betekent dat je alleen gericht bent (en wil zijn) op het eenzijdige positieve. Daar ben je dan soort van high van.
Het negatieve wordt dan eerst liefst geneegeerd in plaats van (ook) gezien en actief meegenomen in reflectie.
Wanneer het dan toch oppopt/doordringt vindt vaak omflipping plaats naar negatieve fixatie, het andere uiterste
(en daarbij soms ‘plotseling’ afknappen op bepaalde anderen).
Als de instelling wordt om ook bepaalde negativiteit (issues) te omvatten, kan gekeken worden naar hoe dit te doen.

Leren leven met bepaalde onzekerheid, vanuit de instelling van aanvaarding van zeker ongemak,
haalt je uit die mindfopperij en maakt je actiever om je op betere manieren  in te zetten voor verbindingen.
Het may be dient nameluk waargemaakt te worden!!
En dat gebeurt door inzet om ontvankelukheid en uitreiking te handhaven.
En daarop te blijven reflecteren ook: op jezelf (eigen doen en laten), alsmede omtrent de ander.
Met als baasis de eigen flowcontrol: je eigen persoonluk passende gewoontes,
die je aldus voortdurend bijschaaft en doorontwikkelt.

Weg met die domme passivitiet en overdrijving vanuit de zucht naar gestoorde zekerheid.
Wat je in relaties dient te doen is intenties te synchroniseren, kijken of je voldoende op 1 lijn zit,
door daarvoor ook specifiek ruimte te nemen. Dit echt uit te wisselen.
Niet alles gaat vanzelf he: dat verwachten is kinderlijk volgens mij.
Binnen relaties heb je voedende kliks als basis. Maar per definitie ook altijd issues.
Idealiter zijn dit dingen die je zelf willen leren: zo synchroniseer je met passende partners.
Ermee omgaan vergt compromis en commitment daaraan. Met werkelukke verdraagzaamheid.
Perfectie bestaat niet en perfectie vereisen (de perfectie-neurose) is simpelweg onvolwassen.

“JA” en “NEE” zijn emotionele reactiepatronen.
Wanneer een NEE-vibe (‘ga weg’) je dreigt te overrulen kun je door middel van de mantra “MAY BE”
jezelf stimuleren om meer open te blijven staan. En te refreshen waarom je eerder wel JA wilde.

Wanneer een JA-vibe (‘ja, ik wil persee’) een loopje met je neigt te nemen
kan deze “MAY BE”-mantra je juist een beetje afremmen: naar meer passende geslotenheid, selfcenteredness.
Daarbij ook de NEE-stukken omvattende.

De paradox van het levende MAY BE is dat dit je realistischer houdt,
alhoewel may be juist onzekerder lijkt (voor de niet-ingewijde).

Keuze is uiteraard essentieel. Wanneer je vrijheid boven alles stelt,
wordt keuze en commitment een ondergeschoven kindje en dreigt bepaalde wispelturigheid.
Als anderzijds verbondenheid het primaire principe is (boven alles staande),
verzand dit niet zelden in een te kleffe hap en onnodige machtstrijd:
wanneer je jouw manier van verbonden zijn wil laten prevaleren boven die van de ander, wil opleggen als eis.
Vrijheid (zelfstandigheid), verbondenheid en gelijkwaardigheid (dingen zijn niet de verdienste of schuld van 1 partij)
zijn 3 primaire principes  die tot op bepaalde hoogte strijdig met elkaar zijn:
deze afstemmen is het constante koorddansen in het leven.

Oordeel is belangrijk, maar kiezen betekent per definitie ook uitsluiten van opties.
Je zou het meer volwassen kunnen noemen, durven kiezen voor wat je belangrijkst vindt
en daartoe ook zeker ongemak (omgaan met issues) te leren verdragen. In jezelf en vanuit anderen.

Oordelen past binnen de reflectiefase van het scheppingsproces.
Binnen die (te handhaven) rust met gezonde portie afstand.
Dan is ervaring verzameld en kan je gaan bepalen of het gebeurde spoort met je intenties
en hoe je deze desgewenst nader aan kan scherpen. Bepalen wat voor jezelf basale/belangrijke behoeftes zijn
(hoed je dus voor zogenaamde ‘onvoorwaardelijkheid’), waar je elkaar tegemoed kunt treden
en vervolgens hoe je dat kan doen. Of dat je ergens wel mee dient te stoppen: eerlijk blijven!

Soms dien je –in bedreigende situaties- wel direct te oordelen.
En natuurlijk moetje tijdens actie ook je eigen grenzen wel (liefdevol) aangeven in plaats van klakkeloos te (laten) overrulen.
Meestal (niet altijd dus) is het wijzer om (te) snel oordelen op te schorten
en eerst meer ervaring te verzamelen door middel van actieve openheid en uitreiking. Plus de benodigde inzinkruimte te eren.
En deze verzamelde ervaringen ook periodiek door te spreken; het is niet alleen maar tantra he.
In het levende WAT MOGE ZIJN.

Hoera!